Duurzamer op citytrip

Laten we wel wezen: citytrips zijn verre van duurzaam. Maar oei, wat zijn ze leuk. Je in sneltreinvaart onderdompelen in een nieuwe stad, rondstruinen door onbekende straten, bij elke hoek beslissen welke straat er het leukst uit ziet om in te slaan, heerlijk. Ik mocht de afgelopen tijd naar Milaan, Lissabon én Bristol. Geloof me, zoveel reizen is niet de gewoonte, maar het kwam zo uit. Ik heb er enorm van genoten, maar ook nagedacht over de impact van deze trips. Hoewel op één plek blijven het best zou zijn voor het klimaat en de aarde, willen we nu eenmaal ook graag wat meer van de wereld zien dan onze eigen woonkamer. Gelukkig zijn er best wat manieren te verzinnen om een citytrip – of een andere reis – wat minder belastend te maken. Sommige doe ik al, aan andere moet ik nog werken. Ik zette er een aantal op een rijtje.

1. Verstandig vervoer
Ik hoef jullie niet te vertellen dat een vliegreis veel vervuilender is dan een autotrip en dat de trein of bus  nemen nóg verstandiger is. Bedenk dat dat niet alleen geldt voor de heen- en terugreis – al hebben die waarschijnlijk de grootste impact – maar ook voor je vervoer ter plaatse. Gebruik daarom als het even mogelijk is het openbaar vervoer in plaats van een taxi te pakken. Is in drukke steden vaak nog sneller ook. Ik heb ook een aantal keer gelift. Dat is niet alleen superleuk – je spreekt mensen die je anders nooit zou spreken – maar ook erg fijn voor het milieu. Die auto’s zijn immers toch al onderweg. Via BlaBlaCar (ik heb het zelf nooit geprobeerd, maar het lijkt me ideaal) kun je carpoolen zonder met een bordje te hoeven wachten bij tankstations. Wel zo prettig met winters weer.

20161111_145054
Lissabon vanuit de lucht. 

2. Compenseer je reis
Voor het eerst in mijn leven heb ik mijn reis gecompenseerd. Ik compenseerde de CO2-uitstoot via GreenSeat. Ik heb niet de illusie dat mijn reis daarmee geen impact meer heeft, maar het helpt íets en dat voelt goed. Wat ik tot nu toe niet wist, is dat je niet alleen vliegreizen kunt compenseren. Bij GreenSeat vul je gewoon je vertrekpunt, bestemming en vervoersmiddel in, dan rekenen zij het benodigde compensatiebedrag voor je uit. Dat kan dus ook voor de trein, boot of auto. Goed om te weten!

555484_419228674801164_2030829955_n
Fietsen in Barcelona, echt een aanrader.

3. Ga toch fietsen
In Lissabon zou ik het je niet aanraden (het zijn serieuze heuvels waar die stad op gebouwd is en de keitjes en trappetjes lenen zich ook niet echt voor een ontspannen fietstochtje) maar wat is er leuker dan een stad verkennen op een fiets? Het is mijn favoriete manier om de Nederlander uit te hangen op vakantie. Ik heb met heel veel plezier gefietst in Barcelona en Riga, op mijn stalen ros ben ik op plekken geweest die ik anders niet gezien zou hebben. Een echte fietsvakantie staat ook  nog op mijn lijstje, al is dat voor een citytrip wat minder geschikt.

4. Groene accomodatie
Hier heb ik zelf nog nooit bewust rekening mee gehouden, al sliep ik in Bristol bij de vriendin die ik opzocht thuis. Dat kan je natuurlijk ook doen als je niet iemand gaat opzoeken – bijvoorbeeld door couchsurfing – maar er zijn ook andere manieren om een duurzame accomodatie te vinden. Je kunt bijvoorbeeld de Groene Vakantiegids raadplegen of een Bio Hotel boeken. En even online zoeken op eco/bio/green/fair + de accomodatie en je bestemming levert vast en zeker ook wel wat op.

5. Leen je uitrusting
Uitzonderingen daargelaten, is het ons meestal niet gegeven om het grootste deel van het jaar op reis te zijn. Logisch dus dat typisch reisgerei het grootste deel van het jaar op zolder ligt te verstoffen. Van koffertje tot reisgids, reisflesjes of lakenzak, kijk eerst eens of je het kunt lenen voor je het aanschaft. Ik leende voor alledrie mijn trips een koffer en ook reisgidsen koop ik zelden zelf. Ik gebruik ze vooral voor informatie over culturele bezienswaardigheden en dat veroudert  niet zo snel. Praktische informatie als openingstijden zoek je toch het makkelijkst online op. Dat doe je thuis toch ook?

6. Drink kraanwater
Natuurlijk zijn er landen waar je het leidingwater beter niet kunt drinken als je niet je halve trip op de wc door wilt brengen. Toch ben ik daar zelf vaak wat ruimdenkender in dan de gemiddelde reisgids. Vaak is water hoogstens niet zo lekker, omdat er bijvoorbeeld een beetje chloor in zit, zoals in de Verenigde Staten. Mijn dopper gaat eigenlijk altijd mee en ik geniet alleen maar extra als ik terug in Nederland weer het lekkerste kraanwater tot mijn beschikking heb.

dscn8592
De markt in Sibiu, Roemenië.

7. Koop lokaal
Vakanties zijn er wat mij betreft om nieuwe ervaringen op te doen, dus het eten van lokale specialiteiten past daar prima bij. Zeker als ik wat langer op een plek bent, kook ik graag af en toe zelf en dan zijn inkopen op de markt ideaal. Vaak kun je aan het aanbod goed aflezen welke producten uit de buurt en uit het seizoen komen. En anders vraag je het toch even? Ook in restaurants zullen ze je waarschijnlijk graag iets over de plaatselijke specialiteiten vertellen.

8. Tasje mee
Niet alleen mijn dopper hoort bij mijn standaarduitrusting, ik neem ook graag tasjes en zakjes mee. Helaas krijg je in veel landen al je boodschappen nog standaard in plastic tasjes. Dat ben ik graag voor met mijn eigen exemplaren. Tegenwoordig stop ik zelfs een kleine versie van mijn katoenen broodzak in mijn koffer. Het neemt eigenlijk geen ruimte in en kan altijd van pas komen.

9. Eerlijke souvenirs
Ik heb een broertje dood aan souvenirwinkels met zooi, maar het is toch best leuk om een stukje vakantie mee naar huis te nemen. Het liefst neem ik iets mee wat op gaat, iets lekkers wat we daar gegeten of gedronken hebben bijvoorbeeld. Uit Lissabon mocht een fles Ginjinja – likeur van zure kersen – mee terug en mijn huisgenootje die op de kat pastte, kreeg een lekkere fles port. Een van de eerste dingen waar ik in Bristol tegenaan liep waren de bamboe sokken van het eerlijke Britse merk Braintree, waarvan ze véél meer verschillende mannenprintjes hebben dan ik hier in Nederland ooit zag. Mijn vriend kreeg dus een leuk paar met fietsen erop. Nuttig en helemaal verantwoord.

Ik ben de eerste die toe zal geven dat ik op vakantie heus wat eerder voor gemak ga dan anders. Gelukkig zijn veel van deze dingen helemaal niet zo moeilijk om te doen. Het komt er vooral op neer dat ik dingen die ik thuis belangrijk vind, ook op vakantie probeer vast te houden. Voorlopig ben ik weer even thuis, dus alle tijd om me grondig voor te bereiden op de volgende trip. Heb jij nog extra ideeën?